No document available.
Abstract :
[nl] Intertekstualiteit in de gedichten van de Nederlandse dichter Hans Faverey (1933-1990) kan niet los worden gezien van de thema’s en motieven die in zijn hele œuvre voorkomen: de spanning tussen beweging en stilstand, tussen het organische en het minerale en tussen leven en dood. Intertekstuele verwijzingen nemen in zijn gedichten diverse vormen aan (citaat, allusie, vertaling, motto, opdracht,…) en ze dragen ertoe bij de algemene thematiek van de gedichten te belichten.
In de acht bundels die hij publiceerde, verwijst Faverey vaak naar figuren uit de Griekse mythologie of naar Griekse filosofen (vooral de pre-Socratici). Toch beperkte hij zich niet tot de klassieke Oudheid: hij inspireerde zich ook op moderne Nederlandse of buitenlandse auteurs. Ook durfde hij de grenzen van de literaire westerse cultuur te overschrijden door de orale traditie in het verre Suriname te vermelden.
Daarnaast zijn andere (niet-literaire) kunstvormen ook een belangrijke inspiratiebron voor Faverey. Herhaaldelijk gebruikte hij het werk van schilders of componisten als uitgangspunt bij het schrijven van zijn gedichten.
Aan de hand van een paar gedichten wil ik laten zien hoe vorm en inhoud in de gedichten van Hans Faverey in elkaar samenvloeien, met intertekstualiteit als één mogelijk snijpunt.